KENNIS
Tijdens zijn eenjarige fulltime opleiding bij de politie in de beginjaren zeventig, krijgt Gerard voor het eerst inzicht in hoe met name de Nederlandse samenleving theoretisch en praktisch in elkaar zit.
Vakken als Staatsinrichting, Civiel Recht, Strafrecht en Maatschappijleer, geven hem in toenemende mate grip op de ins en outs van het functioneren van mensen en hun gedragingen die daaruit voortvloeien.
Hij leert om waarheidsgetrouw aan de hand van feiten te signaleren en rapporteren op papier in allerlei vormen.
Onderbouwing van de feiten, verifiërbare feiten, tot stand gekomen door een rationele benadering van de werkelijkheid, vormen Gerard in zijn denken en zijn gevoelsleven tot een man van no-nonsens en recht door zee.
Duidelijkheid geven en duidelijk zijn voor zijn collega’s en de mensen die hij op straat als politieman tegenkomt, geven hem een natuurlijke autoriteit.
Een (politie)man met beide benen op de grond met een meer dan uitstekende wetskennis, gepaard gaande met verbale overtuigingskracht, gedragen door de feiten zoals deze zich voordoen.
Conflicten op straat met mensen, overtreders of (zware) criminelen, Gerard praatte hen waar nodig het politiebureau binnen, zonder toepassing van geweld.
Gekoppeld aan het niet uit de weg gaan van voor hem onontgonnen terrein, bijv. op het gebied van vervoer gevaarlijke stoffen, leidde dit al in een vroeg stadium, binnen 3 maanden als zelfstandig opererend politieman, tot overplaatsing naar het opleidingsbureau waar hij als het ware net vandaan kwam.
” Gerard volgde een verplichte cursus op de rechercheschool te Zutphen. Daar werd dieper ingegaan op de maatschappij en het al dan niet functioneren van de mens daarin “
Al deze opgedane kennis en ervaringen maakte Gerard in toenemende mate een in balans zijnde persoon.
Dit werd later nog versterkt door het gaan functioneren, eerst als wijkagent nieuwe stijl en wat later als hoofdagent bij de vreemdelingendienst.
In het kader van het laatste, volgde Gerard dan ook een verplichte cursus op de rechercheschool te Zutphen.
Daar werd dieper ingegaan op de maatschappij en het al dan niet functioneren van de mens daarin.
Hiervan heeft hij veel geleerd, met dank dus aan de docent die Gerard prikkelde om antwoord te geven op prangende, basale vragen waarom hij geloofde wat hij geloofde en of dit ook strookte met de werkelijkheid van alle dag.
Immers, Gerard was enkele jaren daarvoor gaan geloven in Christus en om de eenheid binnen zijn gezin te bewaren en te bevorderen, had hij zich ook aangesloten bij de plaatselijke kerk waar ook zijn ex-vrouw lid van was, niet wetende wat hij nu weet over de Bijbel, Christus en de dogma’s.
Eigenlijk voelde Gerard zich bedreigd in zijn innerlijk door de benadering van de docent op de rechercheschool.
” In zijn gevoel, in zijn innerlijk had hij als het ware “gezien” dat er een God in Christus was, die voor hem alle fundamentele vragen over leven en dood in een heel ander daglicht bracht “
Hierdoor ging hij zich wel in die periode afvragen waar dat wellicht vandaan zou kunnen komen.
Waarom zo in de verdediging schieten als iemand een argument in stelling brengt waar hij niet zo snel een antwoord op had?
Waarom leek het in zijn gevoel dat er aan de fundamenten van zijn geloof werd gekomen en dat dit hem onzeker maakte?
Deze diep doorwerkende ervaring gaf heel veel stof tot nadenken en was de aanzet om een weg te zoeken om zijn geloof in Christus echt rationeel te onderbouwen.
Door dit reflecterende denken kwam Gerard er achter waarom hij ging geloven in 1976, namelijk een beleving van de Geest van Christus.
Een ervaring die voor hem alles anders maakte.
In zijn gevoel, in zijn innerlijk had hij als het ware “gezien” dat er een God in Christus was, die voor hem alle fundamentele vragen over leven en dood in een heel ander daglicht bracht.
Die ervaring, die beleving, toen in 1976, maakte hem zo enthousiast, dat iedere collega die naast hem in de surveillance auto zat welhaast gek geworden moet zijn van hem.
Gerard liep als het ware over en bijna elk gesprek met zijn toenmalige collega’s stuurde hij zodanig dat hij weer kon vertellen over die bijzondere belevenis die hij had ervaren.
” De honger naar theologische kennis, kennis van de Bijbel en de historie van de kerken, begon dusdanige vormen aan te nemen, dat hij zich met zijn gezin ging vestigen op het terrein van de Bijbelschool van de samenwerkende Pinksterkerken “
Wat voor Gerard ook steeds meer en meer duidelijk werd, is dat het om Christus ging en niet zo zeer de kerkelijke dogma’s, de leerstellingen van hoe de kerk over bepaalde zaken dacht.
De honger naar theologische kennis, kennis van de Bijbel en de historie van de kerken, begon dusdanige vormen aan te nemen, dat hij, welliswaar met een behoorlijke dosis weemoed, zijn ontslag indiende bij de politie in Den Haag en zich met zijn gezin ging vestigen op het terrein van de Bijbelschool van de samenwerkende Pinksterkerken.
Daar kon Gerard zijn honger naar meer kennis over Christus in fulltime verband stillen, althans dat was zijn hoop.
Wat hij vooral leerde waren veel leerstellingen en in grote lijnen de verschillen tussen de eindeloze reeks van allerlei denominaties en niet te vergeten hoe onfeilbaar de Bijbel, als het woord van God, feitelijk was.
Gerard werd echter niet zo zeer gedreven door al deze theoretische kennis.
Wat hij wel wilde en uiteindelijk al tijdens zijn studie deed, was om in de praktijk van alle dag de beleving van Christus in zijn leven uit te dragen aan alle mensen.
Geen vrome theorie, maar daadwerkelijk houden van en geven om mensen, die al dan niet direct hulp nodig hadden.
Een pragmatisch geloof begon zich in het denken en handelen van Gerard te vormen.
Niet alleen verkondigen dat God van alle mensen houdt, maar laten zien dat Christus door andere mensen heen werkt om daadwerkelijk in de zichtbare wereld onderdak te bieden aan hen die dat behoeven.
Dit resulteerde in het oprichten van stichtingen als Sheba en De Schakel voor mensen met verslavingsproblemen en/of andere psychische noden.
Al met al ontwikkelt zich in Gerard een rationaliteit die zich steeds meer losmaakte van de leerstellige uitgangspunten van de kerken in zijn algemeenheid en die van de Pinksterbeweging in het bijzonder.
” De opgedane (theologische) kennis bij de VU heeft Gerard gebracht waar hij naar op zoek was, de waarheid over Christus zelf, de feiten over de kerk in zijn algemeenheid en in het bijzonder over het ontstaan van de Canon en de daaruit voortvloeiende historische ontwikkelingen binnen die kerken “
Het denken van Gerard over sexualiteit, over zondaar zijn, over genezing, over samen kerk zijn enz., kregen een heel andere waardering en inhoud.
Na de drukke jaren van opbouw van alle stichtingen waar Gerard leiding aan gaf en de daarbij behorende organisatiestructuur, kreeg zijn behoefte aan een betere theologische onderbouwing en kennis over Christus en de kerk een nieuwe voedingsbodem aan de Vrije Universiteit, al waar hij in 1994 bij de faculteit der Godgeleerdheid ging studeren, om dan uiteindelijk, mede ook in het belang van de Stichting De Schakel zelf als doctorandus af te kunnen studeren.
Deze studie aan de Vrije Universiteit heeft in de loop der jaren tijdens die opleiding, maar vooral ook daarna, bij het doordenken van Christus en de kerk, geleid tot zijn huidige manier van denken over God, Christus, de Bijbel en de Canon en de daarbij behorende mensen en wereld waarin zij leven.
De opgedane (theologische) kennis heeft Gerard inderdaad gebracht waar hij naar op zoek was, de waarheid over Christus zelf, de feiten over de kerk in zijn algemeenheid en in het bijzonder over het ontstaan van de Canon en de daaruit voortvloeiende historische ontwikkelingen binnen die kerken.
Opgedane kennis die langzaam maar zeker uitkristalliseerde in inzichten die niet alleen van belang zijn voor Gerard, maar voor alle mensen die op zoek zijn naar de zin van het leven, naar beleving van Christus in het hier en nu op deze aarde waar wij ademhalen.
Kennis van de feiten is de waarheid onder ogen zien en daarnaar handelen in het belang van de mensheid, waarvan vele nog dolende en/of zoekende zijn naar het fundamentele antwoord op hun bestaan.