DE CANON
Met de geboorte van Christus begint onze Westerse jaartelling met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid, dat het jaar 0 niet goed bepaald is en zo’n 4 jaar eerder geplaatst zou moeten worden.
Christus is de vervulling van de Oud Testamentische belofte, de Messias die zou komen, om Zijn Koninkrijk te stichten en de Joden te bevrijden van het juk van de Romeinen.
We kennen allemaal het verhaal, de weg die Christus is gegaan, om uiteindelijk verraden en verworpen te worden door zijn eigen landgenoten en mogelijk gemaakt met ondersteuning van de Romeinen.
Gekruisigd door leugens en bedrog met de dood daarop volgend en uiteindelijk ten grave gedragen door zijn volgelingen.
Daar zou het verhaal van deze door en door goede mens moeten ophouden.
Teleurgestelde gelovigen bleven dan ook niet uit, ondanks alles wat Christus heeft gezegd en gedaan tijdens zijn leven op aarde.
Het Christendom, laat staan christenen, had geen enkele vorm van levensvatbaarheid, nu de leider, Christus, dood en begraven was. Einde verhaal dus.
” Zonder opstanding geen hoop op een nieuwe en andere wereld; zonder opstanding geen vertrouwen in een goede toekomst; zonder opstanding geen allesomvattende liefde “
Toch niet, want er gebeurd na zijn dood een wel zeer opmerkelijke gebeurtenis. Christus is na drie dagen uit de dood opgestaan en meldt dat fysiek aan zijn teleurgestelde volgelingen.
Zij kunnen het eerst niet geloven en nauwelijks bevatten.
Dit druist dan ook in tegen alle, ook toen geldende, natuurwetten.
Niet zomaar een verhaal over iemand die uit de dood is herrezen. Nee, Hij is lijfelijk en tastbaar voor allen die hem, na die drie dagen in het graf, hebben gezien.
Dat is het begin van het Christendom en de naar hem vernoemde volgelingen, alhoewel er nog zo’n vier eeuwen over heen gaan van vervolgingen, martelingen, onderdrukking en een ondergrondse kerk, voordat deze Christus-beweging officieel bovengronds en zichtbaar kan worden in de wereld door middel van de bouw van kathedralen enz..
Zonder opstanding geen volgelingen.
Zonder opstanding geen Christendom.
Zonder opstanding geen gevaar voor de heersende klasse.
Zonder opstanding geen vervolgingen van diezelfde christenen.
Zonder opstanding geen persoonlijk geloof.
Zonder opstanding geen hoop op een nieuwe en andere wereld.
Zonder opstanding geen vertrouwen in een goede toekomst.
Zonder opstanding geen allesomvattende liefde.
Zonder opstanding geen God op aarde.
Zonder opstanding geen Kerstmis.
Zonder opstanding geen Pasen.
Zonder opstanding geen Hemelvaart.
Zonder opstanding geen Pinksteren.
Het is juist deze onwetenschappelijke gebeurtenis, dit tegen alle natuurwetten indruisende fenomeen van de opstanding, die het Christendom anders maakt dan welke religie ook.
Ook voor Gerard Blankespoor is deze gebeurtenis van de opstanding het kernpunt van zijn geloof in Christus.
Dat geloof in die opgestane Christus heeft Gerard zijn leven veranderd, zijn carrière bij de politie doen opgeven, om voor Hem te leven en te werken.
Niet Adam, niet Mozes, niet David of wie dan ook, is het uitgangspunt, maar Christus maakt mensen tot christenen.
Met andere woorden, de woorden en daden van Christus is waar het om gaat, wat christenen anders maakt dan andere gelovigen.
Hem zo goed mogelijk volgen, in Zijn voetsporen treden binnen ons vermogen als christenen, is het antwoord op vele vragen en problemen, ook in onze huidige wereld.
” We zullen terug moeten naar de kern van de zaak, naar datgene of liever gezegd, Diegene, die ons christenen maakt; de woorden en daden van Jezus zelf “
Echter, om Jezus Christus zo te gaan volgen en dienen, heeft consequenties voor hoe wij de Bijbel met al zijn geschriften, brieven en handelingen zien.
Het is in de optiek van Gerard onmogelijk om het Oude Testament op dezelfde waarde te schatten als het Nieuwe Testament.
Ook is de Schrift in zijn geheel geïnspireerd, maar het blijft ook mensenwerk bij de vastlegging van wat geschreven is; niet iedere letter is even heilig.
Tevens zijn de geschriften van de apostelen, zoals Paulus, Petrus, Jacobus enz., een weerspiegeling van hun denken en interpretatie van de woorden van Jezus.
Daarbij valt ook de invloed van Griekse filosofen als Aristoteles en Plato in de Nieuw Testamentische geschriften niet te ontkennen.
De Roomse kerk stond en staat nog steeds onder een sterke invloed van het Platonisme. De protestante kerken hebben meer kenmerken van Aristoteles, de leerling van Plato.
Overigens is dit allemaal niet zo verwonderlijk daar de eerste volgelingen van Christus bekend waren met deze filosofen in de toen vooral Grieks sprekende wereld waar zij met name vertoefden.
Wel zou het ons tot voorzichtigheid moeten manen ten opzichte van de inhoud van de geschriften van deze apostelen.
Als we onze huidige Bijbel, al dan niet met de apocrieve geschriften er bij, als een groot geheel en met evenveel zeggenskracht nemen, dan ontstaat er het probleem hoe de ene tekst met de andere te rijmen valt; zoals het Oude met het Nieuwe Testament en de woorden uit het Nieuwe Testament met die eigen Nieuw Testamentische teksten.
We zullen, volgens Gerard , terug moeten naar de kern van de zaak, naar datgene of liever gezegd, Diegene, die ons christenen maakt; de woorden en daden van Jezus zelf!
Dat is dan de basis en kunnen woorden van bijvoorbeeld Paulus als niet volledig geïnspireerd worden gezien en zijn het dus zijn interpretaties van de woorden van Jezus Christus.
Deze gelaagdheid in de schriften is van fundamenteel belang in het volgen van Jezus zelf.
Met het denken in de gelaagdheid van de Schriften krijgen de teksten uit het Oude Testament, zoals een “oog om oog, tand om tand” en steniging bij overspel, de waarde die het dient te hebben, namelijk het oude is voorbij, het nieuwe is gekomen!
Immers, Christus veroordeelde niemand, de Romeinen niet, de Farizeeërs niet, de Sadduceeërs niet, de Zeloten niet, de Sameritanen niet, of mensen met een andere vorm van geloof.
Hij veroordeelde ook geen homosexuelen, andersdenkenden, verslaafden, daklozen, de losers van de maatschappij, enz..
Door de woorden en daden van Jezus Christus als basis te hanteren, valt ook het juk weg dat is opgelegd door kerken, denominaties en/of priesters, predikanten en wat dies meer zij.
Dan wordt het celibaat zeer betrekkelijk, worden homosexuelen niet langer verketterd maar geaccepteerd, is trouwen voor leidinggevende in de kerk het volgen van de menselijke bestemming en scheiden en hertrouwen niet langer uit den boze.
Met het denken in de gelaagdheid van de Schriften krijgen de teksten uit het Oude Testament, zoals een “oog om oog, tand om tand” en steniging bij overspel, de waarde die het dient te hebben, namelijk het oude is voorbij, het nieuwe is gekomen!
Dan krijgt de ruzie tussen Petrus en Paulus en de daarbij gebezigde woorden en daden, de betekenis die het dient te hebben, namelijk twee niet super heilige volgelingen van Christus, die ook mens zijn met hun fouten; niets meer en niets minder.
Heerlijk met beide benen op de grond.
Weg van het extremisme, van een automatische, machinale inspiratie van de Canon.
Zo komt er ruimte in de mens die Christus volgt.
Dan hoeven wij geen kerken te bouwen, tradities te ontwikkelen, die haaks op het zijn van Christus staan.
Dan kunnen de leiders van gelovige gemeenschappen, priesters, predikanten, ouderlingen, weer op dezelfde hoogte komen van de doorsnee kerkganger.
Dan kunnen alle gelovigen onder de vlag van Christus samenkomen als gelijkwaardigen in de broederschap van Jezus.
Dan is de Bijbel niet langer meer een soort toverboek, dat op alle vragen van de mens een antwoord heeft, maar wordt het weer wat het zou moeten zijn; een gelaagdheid van diverse schrijvers, maar ondergeschikt en vele malen van minder belang, dan de woorden en daden van Christus zelf.
Dan is de aard van Christus iets om zo goed mogelijk na te streven in onze dagelijkse getuigenis van Hem, die de dood heeft overwonnen.
Het oude is dan echt voorbij en het nieuwe echt gekomen.
Dan krijgt de Geest van God weer de ruimte in het innerlijk van de mens, om zodoende getuigenis af te leggen van de God die leeft en een plan heeft met de mens en diens wereld.
Dan volgen we Hem in het doen van het goede voor alle mensen en de wereld waarin we leven.
Dan zien we niet langer brood in het volgen en uiten van extreme gedachten, o.a. te vinden in het huidige populisme.
Dan hebben we geen behoefte om nieuwe wereld-verlossers te omarmen, zoals Trump en op kleinere schaal figuren als Farage en Wilders.
Dan zijn we niet langer zoekende naar religieuze goeroes die ons een ander licht voorhouden.
Dan hebben we geen Paulus, Petrus enz. nodig.
We hebben het dan gevonden in Christus zelf, een revolutionair van de liefde voor alles wat leeft.
Dat is ook de verandering, waar de mensheid naar snakt; echt door Christus’ voorbeeld veranderde mensen.
Geen super heilige, vrome, betweterige mensen, maar gewone ´´down to earth´´ levende mensen die het goede nastreven voor alles en iedereen.
Zij maken het verschil!