Stina Splinter

STINA SPLINTER

Christine Gerrie Splinter, geboren op 03 september 1947 te Velsen-Noord, verklaart op 10 december 1998 aan de politie te Rijswijk, het volgende:

Ik hoorde van een broer van mij, dat ik in mijn jeugd misbruikt ben door mijn vader.

Ik kan mij daar echter niets meer van herinneren.

Ook hoorden we van Jane Oostrom, de ex-vrouw van Gerard Blankespoor, dat de laatste zijn eigen kinderen sexueel misbruikte. 

Ze weet niet of haar dochter, Edith Blankespoor, ook door haar vader Fred Blankespoor is misbruikt. 

” Ik hoorde van een broer van mij, dat ik in mijn jeugd misbruikt ben door mijn vader; ik kan mij daar echter niets meer van herinneren ” 

Stina Splinter is er van overtuigd, dat zowel Gerard Blankespoor als Fred Blankespoor een slecht geweten hebben, omdat ze heel alert zijn en overal wat achter zoeken. 

Ze verklaart nogmaals nadrukkelijk dat ze nooit gezien heeft, dat Edith Blankespoor sexueel misbruikt is door Gerard en Fred Blankespoor. 

Op 11 juni 1999 krijgt ze, zo verklaart Stina Splinter, het boekje “Mijn lijf is mij lief” van de vriend van Edith Blankespoor, Mark, met de opmerking dat in haar gezin ook incest was gepleegd.

Zij, zo gaat Stina Splinter verder, gelooft hem direct, want twee dagen daarna had ze van haar broer Coen Splinter gehoord, dat ze was misbruikt door haar inmiddels overleden vader. 

Met haar eigen woorden “Nu was ze er klaar voor, om te aanvaarden dat zijzelf en ook Edith Blankespoor was misbruikt.” 

FEITELIJKHEDEN

 

–         Stina Splinter hoorde dat ze zelf ook misbruikt was van haar broer en later hoorde ze ook dat Gerard Blankespoor zijn eigen kinderen had misbruikt.

In de verklaringen van Jane Oostrom bij de politie, verklaart Jane Oostrom, dat ze niets gezien heeft, dat daar op duidt.

Nu, tegen Stina Splinter, weet Jane Oostrom het wel zeker; Gerard Blankespoor heeft zijn kinderen misbruikt.

Merkwaardig, die stelligheid waarmee dit allemaal wordt beweerd.

Ook het feit, dat Stina Splinter zich feitelijk niets herinnert, maar toch weet dat ze lijvelijk sexueel misbruikt is. Dat  is op zijn zachtst gezegd, meer dan opmerkelijk! 

–         Nu, zes maanden later, weet Stina Splinter het wel zeker: ook zij is sexueel misbruikt.

Dit wordt in dit verhoor van Stina Splinter dan ook verklaard.

 

” Het feit, dat Stina Splinter zich feitelijk niets herinnert, maar toch weet dat ze lijvelijk sexueel misbruikt is, is op zijn zachtst gezegd meer dan opmerkelijk “

–         Stina Splinter is in die zes maanden namelijk in therapie gegaan bij de Stichting Konoinia, waar vanuit de Freudiaanse psycho-analyse terug wordt gegaan in haar geheugen. Daardoor weet zij het nu wel zeker.

MOTIEF

 

Stina Splinter aanvaardt deze aangereikte verklaring door Stichting Konoinia met open armen, om zo haar leven te construeren, zodat ze met haar eigen misbruik kan leven, inclusief haar echtscheiding en het eveneens geconstrueerde leven van haar dochter Edith Blankespoor. 

Daar bovenop komt nog eens het feit dat Stina Splinter een ziekelijke adoratie voor mensen met geestelijk gezag heeft ontwikkeld, eerst voor Henk Blankespoor in zijn rol als haar predikant/raadgever, later voor de geestelijkeleiding van de Nehemia gemeenschap, alsmede voor de spirituele leiders van dstichting Konoinia, waar haar leven verder misvormd wordt.

” Stina Splinter heeft een ziekelijke adoratie voor mensen met geestelijk gezag ontwikkeld; zelfstandig denken is er dan ook niet bij, door het aanbidden en adoreren van mensen, die voor haar gevoel boven haar staan en het dus kunnen weten “

Stina Splinter heeft zich door haar hele leven heen vastgeklamd aan dit soort leiders, die voor haar de waarheid maakten.

Zelfstandig denken is er dan ook voor Stina Splinter niet bij, door het aanbidden en adoreren van mensen, die voor haar gevoel boven haar staan en het dus kunnen weten. 

Stina Splinter is zes maanden in therapie geweest bij de Stichting Konoinia, waar vanuit de Freudiaanse psycho-analyse terug wordt gegaan in haar geheugen en wel zodanig, dat vrijwel altijd incest c.q. sexueel misbruik als de boosdoener naar boven komt drijven.

Deze hervonden herinneringen worden dan gebruikt om het eigen verleden te herschrijven en de verantwoordelijkheid voor het echt geleide leven bij de dader van dat zogenaamde incest-verhaal te leggen.