GERARD, ZIJN LEVEN

 

 

Op 29 april 1950 zag Gerard Blankespoor het levenlicht in de mooie stad achter de duinen, ‘s Gravenhage, als kind van moeder Miep en vader Henk Blankespoor. Zijn ouders waren hard werkende middenstanders, eerst met paard en wagen met groenten en fruit, daarna met een vaste groentehal in Den Haag en een tweede winkel in Wateringen.

Beiden maakten vele uren om alles op te bouwen en dit resulteerde dan ook, in het begin van de jaren zestig, in de eerste supermarkt van Wateringen, waarna later een tweede supermarkt volgde in Rijswijk.

 

Boven links: Trouwfoto ouders – Boven rechts: Gerard twee jaar oud – Onder: Feestelijke opening supermarkt Wateringen. 

Gerard groeide als jongste van drie zoons op in een overwegend harmonieus gezin en bezocht de kleuterschool en lagere school in Den Haag.

Eén probleem had hij wel, namelijk dat hij ’s-nachts zijn urine niet op kon houden. Gerard zou hiervoor eerst 6 weken en later nog eens 6 weken naar een kinder-kolonie in Epe gaan, een voor die tijd heel gebruikelijke oplossing voor een dergelijk probleem.

Hij was toen 8 jaar en heeft na deze tijd in de kolonie nog een behandeling gekregen om zijn sluitspieren te activeren, waarna hij geen problemen meer had.

Wel moest Gerard door zijn kolonietijd één jaar op de lagere school over doen, maar hij liet liet zich hierdoor niet uit het veld slaan en rondde met een goede test voor het middelbaar onderwijs zijn lagere schooltijd af.

Foto's kolonie

Een ontspannen drie maanden kolonietijd

TIENERTIJD:

Het heeft Gerard aan niets ontbroken in de periode dat hij bij zijn ouders woonde en opgroeide.

De enige storende factor in het gezin Blankespoor was de ontwikkeling van de oudste zoon Henk Blankespoor, vernoemd naar zijn vader.

Henk was namelijk al op vrij jonge leeftijd met het geloof in aanraking gekomen en wilde vanaf dat moment al vrij snel het gezinsleven bepalen met zijn extreme opvattingen van wat wel en niet door de beugel zou kunnen.

Dit gaf veel spanningen en heeft onder andere geleid tot een psychiatrisch onderzoek van zoon Henk.

Veel heeft dit niet geholpen en de spanningen waren van tijd tot tijd dan ook om te snijden.

Gerard, intussen getest voor de HBS, besloot toen om naar de MULO te gaan, daar de meeste van zijn vrienden ook daar heen gingen.

Inmiddels woonde Gerard in Wateringen en ging eerst op de fiets en later op zijn Puch (overigens zonder goed werkende remmen), dagelijks naar de MULO in het park Overvoorde te Rijswijk.

Nieuwsgierig geworden door alle problemen, die zijn oudste broer Henk in het gezin Blankespoor veroorzaakte, besloot Gerard toen hij 12 jaar oud was om de kerk waar Henk naar toe ging te bezoeken.

Daar kwam Gerard voor het eerst in aanraking met het geloof, maar kon zich niet goed vinden in de wijze waarop men geloofde. Ook kon hij de opvattingen die men over allerlei zaken had, niet goed plaatsen en besloot daarom er verder niets mee te doen.

In die periode zag Gerard het nut van studeren niet zo in en gooide dan ook voor de meeste vakken er met zijn pet naar.

Vlak voor zijn eindexamen, op 16-jarige leeftijd, besloot Gerard dan ook om te stoppen met de opleiding, om te gaan werken in en voor het bedrijf van zijn ouders.

Dit, ondanks pogingen van zijn ouders en zijn toenmalige klasseleraar de heer van Dorssen, om hem op andere gedachten te brengen.

Zo gaat Gerard al om 5 uur in de ochtend aan het werk, om met zijn vader groenten en fruit in te kopen en werkt hij uiteindelijk 6 dagen per week.

In 1968 behaalt Gerard het vakdiploma voor Kruideniers en in 1969 zijn Middenstandsdiploma, met het oog op het overnemen van het bedrijf van zijn ouders.

JAREN ZEVENTIG:

In die periode ontmoet Gerard in de zaak van ouders zijn toekomstige echtgenote, die begin 1971 van hem in verwachting raakt.

Deze vrouw, Ardiana Geertruida Hendrika Oostrom, roepnaam Jane, verbreekt dan de relatie met hem, om het ongeboren kind te kunnen laten weghalen.

Hier is Gerard dan ook behoorlijk kapot van geweest.

Hij vindt dit ethisch onverantwoord en smeekt 3 maanden lang, om deze abortus niet te laten plaatsvinden.

Uiteindelijk trouwen Gerard en Jane op 4 mei 1971 alsnog en wordt hun dochter Claudi op 18 oktober 1971 te Delft geboren.

Zij wonen dan op kamers bij de ouders van Gerard Blankespoor in Wateringen.

Helaas, door de opkomst van de grote supermarktketens, is er geen toekomst meer weggelegd voor Gerard in het bedrijf van zijn ouders.

Door bemiddeling van een kennis van zijn ouders, gaat Gerard in 1972 werken op het Ministerie van Defensie in Den Haag.

Op dat Ministerie is echter zo weinig te doen, dat Gerard zijn werktijd voornamelijk vult met schaken, met een collega van dezelfde afdeling.

Wel slaagt Gerard in die tijd voor het Schoeversdiploma typen, op kosten van het Ministerie.

Inmiddels heeft Gerard een huis in Maassluis gekocht en verbouwd en wordt op 19 mei 1973 aldaar hun dochter Maritza Blankespoor geboren.

In die periode zijn er vele feesten bij Gerard thuis of bij de overburen, wat toen een veel voorkomend fenomeen was.

Naast de vele sexuele activiteiten die Jane, de vrouw van Gerard, al had voordat zij in het huwelijk traden, zoals vanaf haar 15e jaar een sexuele relatie met een getrouwde marktkoopman, ontstond op deze feesten onderling allerlei sexueel intieme contacten.

In het kielzog van deze activiteiten, treft Gerard bij thuiskomst na zijn werk de huiskapper André in zijn onderbroek aan, voor de kachel liggend in de woonkamer.

Dit alles onderstreept de wankele relatie in hun huwelijk, zo zou Gerard Blankespoor later hiervan zeggen.

Vanwege het vervelingsproces op het Ministerie van Defensie en om meer geld in het laatje te krijgen voor zijn gezin (Jane was fulltime moeder), besloot Gerard om eind 1972 te gaan solliciteren, om zijn geluk te gaan beproeven bij de Gemeentepolitie van Den Haag.

Na een langdurig proces van psychologisch onderzoek, testen doen, familie onderzoek, medische keuring, sportaanleg onderzoek en motivatie gesprekken, werd Gerard vanwege gebrek aan een specifieke motivatie om te gaan werken bij de politie, op 1 juni 1973 aangenomen als een risicofactor in de functie van adspirant van de Gemeentepolitie te Den Haag.

Gerard erkent ook ruiterlijk, dat het hem feitelijk alleen ging om beduidend meer salaris te verkrijgen.

De motivatie om bij de politie te gaan werken, of liever het gebrek daaraan, blijkt dus een juiste conclusie te zijn geweest van de commissarissen van politie die hem daarop doorzaagden.

Echter, gedurende de fulltime 1-jarige opleiding bij de politie, krijgt Gerard de smaak en de motivatie te pakken en ontwikkelt hij zich als één van de beste, zo niet de beste adspirant van zijn opleidingsjaar, met betrekking tot kennis van het wetboek van Strafvordering en Strafrecht, Staatsinrichting, Bijzondere Wetten, Wapenleer en Zelfverdediging.

Gerard in actie tijdens het behalen van zijn politie sportdiploma

Alleen met betrekking tot het examenvak Sport, met name hardlopen, moet hij anderen voor laten gaan.

Van de 140 maxinaal te behalen punten, haalt Gerard er dan ook 110. Een prestatie waar hij terecht trots op was en is.

In 1974 ontvangt Gerard uit handen van Dr. C.N. Peijster, Hoofdcommissaris van politie te Den Haag, zijn politiediploma en wordt hij officieel aangesteld als agent van Gemeentepolitie.

Boven: Puntenlijst en Diploma Politie – Onder: Beëdiging als agent van gemeentepolitie ‘s Gravenhage

Hierna gaat Gerard eerst 3 maanden aan de hand van een mentor de praktijk van alledag in, gestationeerd aan het opleidingsbureau aan de Archimedesstraat (6e sectie).

Tijdens deze begeleiding in de dagelijkse praktijk, haalt Gerard ook zijn diploma Engels voor politieambtenaren.

Na deze 3 maanden wordt Gerard Blankespoor overgeplaatst naar het bureau Soesterbergstraat (4e sectie).

Na 3 maanden aldaar tot meer dan volle tevredenheid van zijn superieuren  te hebben gefunctioneerd, wordt Gerard overgeplaatst naar het opleidingsbureau aan de Archimedesstraat, om aldaar pas afgestudeerde politiemensen de praktijk van alledag bij te brengen, in zijn nieuwe functie van mentor.

Een voor die tijd ongebruikelijk snelle overplaatsing naar een mentorenbureau, maar in gang gezet door Gerard’s wetskenis en expliciet uitzonderlijk praktisch functioneren op straat.

Als hij zo ongeveer drie jaar als mentor heeft gefunctioneerd, gaat Gerard een nieuwe uitdaging aan en wordt hij tesamen met drie andere collega’s wijkagent “nieuwe stijl”, om zo de politie dichter bij het publiek te brengen.

Boven links en rechts: Krantenknipsel benoeming eerste wijkagenten – Onder links: Visitekaartje van Gerard als wijkagent – Onder rechts: Gerard en collega wijkagent op straat actief

Ook speelt Gerard in die tijd met de gedachte om Rechten te gaan studeren aan een universiteit, om zo uiteindelijk meer neer te kunnen gaan zetten van wat hij wil betekenen voor de maatschappij.

Uiteindelijk wordt dit door Gerard anders ingevuld.

 1976 is ook het jaar, dat Gerard besluit om meer inhoud aan zijn persoonlijke leven te geven, door vanaf dan te erkennen, dat de mens niet autonoom is, maar een Schepper God boven zich heeft.

Hierdoor verandert de kijk op zijn medemens, inclusief de criminelen en komt er meer evenwicht in zijn politieoptreden, zonder de waarden en normen van het politieambt aan te tasten.

Daar Gerard meer en meer geinteresseerd raakt in de totale mensheid, verlaat hij, na te zijn bevorderd tot Hoofdagent van politie,  in 1979 het wijkagent zijn, om bij de Vreemdelingendienst van de Haagsche politie op het hoofdbureau te gaan werken.

JAREN TACHTIG:

Naast zijn wetskennis kan Gerard bij de Vreemdelingendienst ook meer kwijt van zijn sociale inslag en innerlijke behoeften, om als politieman zijnde zijn medemens niet alleen te corrigeren, maar vooral ook sociaal te ondersteunen met raad en daad.

Veel buitenlanders, die een verblijfsvergunning nodig hebben om legaal in Nederland te kunnen verblijven, zijn Gerard dan ook dankbaar voor de door hem verleende juridische en praktische hulp hierbij.

In die periode neemt Gerard dan ook al mensen op in zijn woning te Den Haag, om hen verder te helpen met hun verslavingen.

Dit alles liet onverlet, dat Gerard ook in die tijd regelmatig betrokken was bij invallen door de Vreemdelingendienst in restaurants, bedrijven en huizen waar illigalen werden vermoed.

Daarnaast organiseerde Gerard, tijdens lunchpauzes op zijn werk bij de Vreemdelingendienst, meditatieve momenten met gelijkgestemde collega’s en buitenlanders.

Tijdens die meetingen ging het erom het evangelie om te zetten in de praxis van het heden, zodat het geen mooie theorie blijft, maar beleefde werkelijkheid, omgezet in daden in de zichtbare wereld.

Na Gerard’s innerlijke ommekeer in 1976, groeide bij hem het besef dat, wilde hij zijn visie op God en de mens diepgaand gestalte geven, er meer voor nodig was, dan alleen zijn politieambt en de daarbij behorende mogelijkheden.

Hierdoor ging Gerard al in 1980 studeren bij het ICI, een Engelstalig theologische BA-opleiding en behaalt daar de deelcertificaten Psychologie, Apologetics, Gospel of John en Pastoral Ministries.

De roeping en innerlijke drang van Gerard werd echter zo sterk, dat hij in 1982 besloot om ontslag te nemen bij de Gemeentepolitie van Den Haag, om zodoende theologie te kunnen gaan studeren aan de Centrale Pinkster Bijbelschool te Zeist.

Aldus geschiedde in september 1982, waarbij hij, mocht hij spijt krijgen van zijn keuze, binnen 3 maanden zonder sollicitatie kon terugkeren bij de Gemeentepolitie, aldus de Burgemeester van ’s-Gravenhage.

 

 

 

Gerard werd echter fulltime student theologie.

Dit alles ging niet zonder slag of stoot!

Zijn oudste broer, Henk Blankespoor, was al een aantal jaren predikant van een kerkelijke gemeente in Den Haag, waar Gerard Blankespoor zich met zijn gezin in 1977 had ingevoegd.

In die periode kwam Gerard al in botsing met Henk Blankespoor, onder andere vanwege het feit, dat Gerard, in de ogen van Henk, geen mensen in zijn huis moest opnemen om hen aldaar te helpen van hun verslavingen af te komen.

Dit verbod van Henk Blankespoor werd volkomen genegeerd door Gerard, evenals het feit dat Henk Blankespoor vond en nog steeds vindt (zie brief van Henk aan Gerard in 1995), dat Gerard geen roeping heeft of kan hebben, want dan zou hij, Henk, dit immers wel weten.

Uiteindelijk zijn Gerard en zijn gezin in 1982 uit de kerkelijke gemeente van zijn broer Henk gestapt, om zich aan te sluiten bij een ruimer denkende en handelende internationaal opererende Engelstalige gemeenschap te Osdorp.

De pastor van die kerk, aangesloten bij de Assemblies of God in de USA en Nederland, heeft de eerste drie maanden van het verblijf van Gerard en zijn gezin op de Bijbelschool betaald, om zodoende Gerard meer tijd te geven om zijn woning in Den Haag te kunnen verkopen.

Henk Blankespoor intussen, heeft nooit het weggaan van Gerard uit zijn kerk kunnen verkroppen, daar dit ondermeer zichtbaar maakte dat Henk Blankespoor een dictator was, die niet luisterde naar mensen om zich heen, inclusief zijn eigen bestuursraad.

Dit heeft dan ook in 1984 geresulteerd in het vertrek van meer dan 50% van de leden uit Henk’s kerk. Die hadden allemaal dezelfde kritiek op Henk als diens broer Gerard al in 1982 had geuit.

Daar de oudste broer van Gerard, Henk, altijd al heeft geleden onder een chronische zelfoverschatting van zijn macht en invloed, heeft hij dan ook in 1982 een boze en vernederende brief gestuurd over Gerard aan het bestuur van de Assemblies en de Bijbelschool te Zeist.

Daarin stelt Henk, dat het ongepast is, om tegen zijn wil in, zijn broer Gerard als student aan te nemen (zie voor een uitvoerig verslag, de brief van Henk van 1995).

Zo begon de theologische scholing van Gerard, bepaald niet ondersteund door zijn broer Henk en, in zijn kielzog, zijn middelste broer Fred.

Ook de rest van de familie, inclusief de moeder van Gerard (zijn vader was inmiddels al overleden in 1979), vond dit opgeven van een goed betaalde baan bij de politie om te gaan “hemelzweven”, onverantwoord en dan met name voor de kleine kinderen van Gerard.

Ondanks deze turbulentie en tegenstand, zette Gerard en zijn toenmalige echtgenote, door en begonnen in de avonduren, na de colleges van Gerard, te werken als schoonmakers voor 2 uur per dag.

Dit bracht wat extra geld binnen en tevens was het gezin zodoende tegen ziektekosten verzekerd.

Om 8 uur in de ochtend begonnen de colleges tot 12.30 uur.

Voor die tijd moest er ontbeten worden en de kinderen van Gerard naar school gebracht worden.

In de middag was er dan de mogelijkheid om, naast de verplichte vakken, extra cursussen te volgen, zoals Grieks, Latijn en Hebreeuws.

Gerard besluit deze ook te gaan doen en moet er hard aan trekken, om deze met enig goed resultaat af te ronden.

Deze 3-jarige opleiding theologie wordt door Gerard met zeer goed eindresultaat afgerond, ondanks dat hij in het derde leerjaar iedere middag en zondag in Apeldoorn zit, waar hij is benoemd tot hulppredikant in de Filadelfia gemeente aldaar.

Links: Diploma Bijbelschool – Midden en Rechts: Maandblad Filadelfia

Eenmaal afgestudeerd in 1985, wordt Gerard officieel als predikant van de dan nog kleine, ongeveer 10 volwassen leden tellende, gemeenschap Filadelfia geïnstalleerd.

Gelijktijdig wordt hij ook volwaardig lid van de Broederschap van Pinkstergemeenten in Nederland.

De Filadelfia kerk kan Gerard niet fulltime onderhouden, maar Gerard heeft gelukkig tijdens zijn studie al een goed betalende bijbaan gevonden bij de, in de USA gevestigde, TV-predikant Jimmy Swaggart.

Voor deze J.S.-Ministries wordt Gerard de officiële Nederlandstalige vertaler.

Dit levert hem ruim voldoende geld op, om zijn gezin te onderhouden tijdens en na zijn studie.

Jimmy Swaggart Ministries. Boven links: De studentenverblijven met restaurants – Boven rechts: De kerk met tienduizend zitplaatsen – Onder links: Toegang tot het telecommunicatiecentrum voor wereldwijde uitzendingen – Onder rechts: één van de editingrooms voor het klaarmaken van de videotapes voor uitzendingen

Ook heeft Gerard tijdens zijn studie nog andere bijverdiensten gehad; het vertalen vanuit het Engels in het Nederlands van boeken van het in de USA gevestigde International Correspondence Institute.

Eenmaal aangesteld als fulltime predikant van de Filadelfia gemeente, staat Gerard voor de uitdaging om de zo goed als lege kerk weer tot een bloeiende en levensvatbare gemeenschap te maken.

Hij gaat voortvarend te werk met behulp van een externe jeugdgroep, die Gerard ondersteunt met straattheater.

Dit trekt de aandacht van vooral jongeren, die, aangesproken door de boodschap, zich aansluiten bij de Filadelfia gemeente.

Uit deze, met name nieuwe aanwas, recruteert Gerard zijn eigen straatevangelisatie-dramagroep en begint de kerk zodanig te groeien en te bloeien, dat gezocht moest worden naar een grotere samenkomstruimte voor de zondagen.

Deze wordt gevonden in het wijkcentrum Kayersheerdt te Apeldoorn.

Het evangelisatie straatwerk trekt iedere week veel bezoekers, waaronder drugs- en alcoholverslaafden, die van hun problemen af willen.

Hoezeer Gerard Blankespoor ook probeert deze mensen ergens in Nederland onder te brengen, het lukt hem niet; overal zijn lange wachttijden.

Gelovend in een praktisch christendom en al eerder door Gerard in praktijk gebracht, besluit hij om deze mensen op te nemen in zijn prive woning, om hen van daaruit te gaan begeleiden.

Door zijn politieverleden, zijn pastorale kennis en ervaring weet Gerard Blankespoor, gevolgd door andere gezinnen van de Filadelfia kerk, tientallen verslaafden op te vangen en verder te helpen.

Maar de hulpvraag van verslaafden blijft groeien en de gezinnen in de Filadelfia kerk zitten allemaal boordevol.

In overleg met het Filadelfia kerkbestuur, wordt in 1987 dan ook besloten om het oude Filadelfia gebouw om te toveren tot crisis begeleidingscentrum met enkele kantoorruimten.

 Gerard Blankespoor heeft inmiddels zijn inkomen van de Jimmy Swaggart Ministries ingebracht als extra inkomen voor de Filadelfia kerk, waardoor er meer geld beschikbaar komt, om fulltime betaalde krachten aan te stellen.

Tevens wordt in die periode het opvangwerk voor verslaafden juridisch ondergebracht in de stichting Hulpverlening en Begeleiding Apeldoorn (SHEBA).

Ook wordt er tegelijkertijd uitgekeken naar een groter pand, naast het crisiscentrum, om het al maar groeiende opvangwerk beter te kunnnen regulieren.

In 1988 wordt dit pand gevonden en aangekocht met behulp van de ING-bank.

Het buitencentrum te Epe is een feit, zodat er een volledig anderhalf jaar durend afkick- en herstelprogramma gevolgd kan worden voor maximaal 48 personen, man of vrouw zijnde.

De kerkelijke gemeente Filadelfia is inmiddels gegroeid naar ruim 200 mensen en besloten wordt, om de tussenwand in het wijkcentrum Kayersheerdt op de zondagen open te doen, zodat de verdere groei aan mensen opgevangen kan worden.

Ook het werk voor de Jimmy Swaggarts Ministries is inmiddels dusdanig gegroeid, dat Gerard Blankespoor in 1987 officieel tot directeur in Nederland wordt benoemd.

Ook komt er een aparte media-stichting, genaamd World Ministries, voor het promoten en verkopen van videobanden en geluidsdragers.

De dagelijkse leiding van stichting World Ministries komt in handen van een speciaal daarvoor ingehuurde fulltime werkende persoon.

Naast de twee eerder genoemde stichtingen, Sheba en World Ministries, wordt in 1988 ook de stichting Helpende Handen opgericht ter ondersteuning van sociaal maatschappelijk werk in delen van Afrika en Oost-Europa.

Het werk van de Filadelfia gemeenschap en dat van SHEBA in het bijzonder, krijgt landelijke en internationale bekendheid, met de vraag om elders in Europa plaatselijke kerken te ondersteunen met hulpgoederen en het inzetten van de straatdrama teams.

Gerard Blankespoor, in overleg met het bestuur van Filadelfia, besluit hieraan gehoor te geven en zo worden er in 1988, 1989 en 1990 diverse trips gemaakt naar o.a. Spanje, Engeland en Polen (toen nog achter het “ijzeren gordijn”).

Vervoer van de mensen, geluidsapparatuur en hulpgoederen was geen probleem, daar SHEBA inmiddels beschikte over een aantal kleine busjes en een grote touringcar.

Het dramateam van Filadelfia gemeente in actie in Wroclaw, Polen, met op de achtergrond de touringcar van Sheba

De groei van de Filadelfia gemeente en de zegen die daarbij hoorde, was in die tijd enorm, maar zo ook de werkdruk.

Vele gemeenteleden, Gerard incluis, waren bijna dag en nacht bezig met alle activiteiten en het verlenen van pastorale hulp aan de verslaafden, inclusief het jaarlijkse uitstapje naar Terschelling voor de mensen die werden opgevangen.

Daarnaast ging Gerard Blankespoor van 1987 tot en met 1990 vier tot vijf keer per jaar voor één of meerdere weken naar Louisiana, USA, voor het werk van World Ministries.

In 1989 kwam er dan ook behoefte aan het aanstellen van een fulltime directeur voor het werk van SHEBA.

Hierdoor hoefde Gerard Blankespoor dit er niet langer bij te doen.

Voor deze functie van directeur meldde zich met veel bombarie Jan Pieter Overduin (zie valse aangiften).

Hij was naar eigen zeggen de man voor deze functie, met het hart op de juiste plaats (?).

Deze aanstelling van Jan Pieter Overduin, als directeur van SHEBA, bleek een grote vergissing en het begin van het einde van SHEBA en de leegloop van de Filadelfia gemeenschap.

JAREN NEGENTIG:

Jan Pieter Overduin wilde zich niet in dienst stellen van de filosofie en onderbouwing van SHEBA. Hij had zijn eigen agenda.

Jan Pieter Overduin wilde het feitelijke leiderschap en de bepalende factor worden in Filadelfia en de daaraan gelieerde stichtingen SHEBA, World Ministries en Helpende Handen.

Achteraf bleek, dat deze Jan Pieter Overduin, al een heel spoor van onrust en tweedracht zaaien achter zich had gelaten bij diverse kerken in Apeldoorn en omstreken.

Ook nu, bij SHEBA, begon hij zijn vernietigende werk door stafleden tegen elkaar op te zetten, mensen uit te spelen en zodoende tweedracht te zaaien.

Met leugens, list en bedrog speelde hij ook het bestuur van de Filadelfia gemeente en het separate bestuur van SHEBA tegenover elkaar uit.

Deze achterklap en onrust werd zo hevig, dat er door enkele bestuursleden van Filadelfia de hulp van het overkoepelende orgaan van pinkstergemeenten in Nederland, de Broederschap, werd ingeroepen.

Ook deze hulp kon echter het tij niet meer keren binnnen Filadelfia en SHEBA. Daarvoor had het gif, verspreidt door Jan Pieter Overduin, al te lang doorgewerkt.

Volgens Jan Pieter Overduin lag de schuld hiervoor bij Gerard Blankespoor en die moest dan maar aftreden en al zijn functies neerleggen.

Dan zou hij, Jan Pieter Overduin, wel zorgen dat er weer orde op zaken zou worden gesteld en de rust zou terugkeren in SHEBA en Filadelfia.

Hij was, aldus hemzelf, de aangewezen man hiervoor.

Het levenswerk van Gerard Blankespoor moest en zou van Jan Pieter Overduin worden.

Jan Pieter Overduin moest en zou de gevierde man worden in SHEBA en Filadelfia.

Door de amateuristische wijze waarop de afgevaardigden van de Broederschap hun hulp probeerden te geven aan de Filadelfia gemeenschap en de voortdurend voor hun voeten lopende Jan Pieter Overduin, is het hen niet gelukt een en ander in goede banen te leiden. 

Overigens moet hierbij wel opgemerkt worden dat het succes van Gerard Blankespoor in de Filadelfia gemeente in de jaren daarvoor heeft geleid tot acties van het bestuur van de Broederschap om succesvolle activiteiten van Gerard’s kerk onder te brengen onder direct leiderschap van het bestuur van de Broederschap, zoals de vertegenwoordiging van de Jimmy Swaggart Ministries in Nederland. Hiermee konden ze dan landelijk en internationaal goede sier maken. Gerard heeft dit in de jaren voordat de greep naar de macht werd gedaan in de Filadelfia gemeente dan ook stelselmatig geweigerd zijn medewerking hieraan te geven.

De verre van professioneel uitgevoerde bemiddeling in het ontstane conflict binnen de Filadelfia gemeente, kan dan ook niet los worden gezien van de interesses van de Broederschap in de activiteiten van Gerard’s kerk, oftewel een belangenverstrengeling was overduidelijk aanwezig in de adviezen en besluiten van het bestuur van de Broederschap aangaande dit conflict.

In oktober 1990, toen Gerard Blankespoor, met een deel van de SHEBA staf en de gehele opvang van verslaafden, voor het jaarlijkse uitstapje op Terschelling was, werd door de Broederschap op instignatie van Jan Pieter Overduin, besloten om Gerard buiten spel te gaan zetten.

De machtiging aan Gerard Blankespoor verstrekt om geld op te nemen op Terschelling was inmiddels al ingetrokken. Gerard werd hiervan telefonisch op de hoogte gesteld.

Na overleg met de aanwezige stafleden op Terschelling, heeft Gerard Blankespoor de Broederschap telefonisch medegedeeld, dat deze coup voor hem en andere stafleden onacceptabel was.

Ook deelde Gerard hen telefonisch mede, dat hij per onmiddellijke ingang al zijn functies binnen de Filadelfia gemeente en de daaraan gelieerde stichtingen neerlegde.

De stafleden op Terschelling en anderen in Apeldoorn, die Gerard Blankespoor wilden volgen in het weggaan bij Filadelfia en de stichtingen, konden dat aan hem kenbaar maken.

Hierop besloot dan ook de helft van de opgevangen mensen en een deel van de staf van SHEBA dit ook te doen, daar zij zeker niet onder de leiding van Jan Pieter Overduin wilden of konden functioneren.

Deze afscheiding van de Filadelfia gemeenschap, wordt direct na het verlaten van Terschelling geconcretiseerd in het oprichten van een nieuwe kerkelijke gemeenschap de evangelische gemeente De Rots en stichting De Schakel als nieuw opvangcentrum voor verslaafden , beide gevestigd te Beekbergen.

Door de vraag naar het opvangen van verslaafden en de goede begeleiding  van deze mensen, wordt De Schakel gedwongen om een aantal keren te verhuizen naar een grotere locatie.

In 1994 is De Schakel dan ook uitgegroeid naar een opvangcapaciteit voor 48 man/vrouw en is ook de evangelische gemeente De Rots flink uitgedijd.

Voor het vervoer van de opvangelingen naar allerlei werkervaringsprojecten en de sporthal te Apeldoorn, zijn er door stichting De Schakel in de loop van de jaren 90/91 drie busjes aangeschaft. 

In 1992 vraagt Jan Pieter Overduin een gesprek aan met Gerard Blankespoor, om over het verleden te praten en zijn excuses aan te bieden (SHEBA is inmiddels opgeheven). Uit dit gesprek blijkt echter, dat Jan Pieter Overduin, gehoord hebbende van de enorme groei van De Rots en De Schakel, zich ook hier wil indringen.

Dit wordt door Gerard Blankespoor geblokkeerd en Jan Pieter Overduin gaat gefrusteerd huiswaarts.

Eind 1993 wordt er door Gerard Blankespoor een oude SRV-wagen aangekocht, gerenoveerd en omgebouwd tot “soepwagen”.

Hiermee wordt wekelijks gratis soep en ander voedsel uitgedeeld aan de dak- en thuislozen van Apeldoorn.

Dit initiatief wordt bekostigd uit de diakonie van de evangelische gemeente De Rots.

In september 1994 gaat Gerard Blankespoor studeren aan de Vrije Universiteit bij de faculteit der Algemene Godgeleerdheid te Amsterdam.

Gerard wil een wetenschappelijk onderbouwd herstelprogramma ontwikkelen voor De Schakel.

Door deze theologische studie, met als specialisatie Praktische Theologie onder leding van Prof. Dr. Gerben Heitink, ontwikkelt Gerard Blankespoor de Hermeneutisch Nouthetische counselingsmethode. 

Deze methode wordt ook direct in de praktijk van de begeleiding binnen De Schakel uitgewerkt en toegepast.

Eind 1994 wordt er, voor zowel De Rots als De Schakel, een terrein van ruim 11 hectare aangekocht, onder protest en tegenwerking van de toenmalige wethouder Bolhuis van de gemeente Apeldoorn, die in de buurt van het aan te kopen terrein zijn privé belangen geschaad zag worden.

Links: Één van de woonunits van De Schakel – Midden: Kantoorunit De Schakel – Rechts: Restaurant van De Schakel

Op dit nieuwe terrein staan diverse barakken, een grote keuken met bijbehorende eetzaal, werkplaatsen, kerkgebouw en diverse kantoorruimten.

Vlak voordat De Schakel en De rots gaan verhuizen naar dit nieuwe onderkomen, verlaten een aantal stafleden de organisatie om allerlei persoonlijke redenen, maar ook omdat men het nieuwe onderkomen een te groot risico vond.

Na ruggespraak met de ING-bank en het accountantskantoor die De Schakel boekhoud-technisch ondersteunde, als ook in overleg met de resterende stafleden, besluit Gerard Blankespoor om de aankoop en de verhuizing door te zetten.

In de eerste week van januari 1995 is de verhuizing naar het nieuwe, eigen terrein en de daarbij behorende inrichting afgerond en staat er een opvangcentrum waar maximaal 130 mensen opgenomen kunnen worden.

Ook de evangelische gemeente De Rots heeft nu een eigen kerkgebouw op dit terrein, met een capaciteit voor 300 man.

Links: Eetzaal van het restaurant – Midden: Gezamelijke woonruimte in iedere woonunit – Rechts: Kerkzaal Evangeliegemeente De Rots

Door de loop van de tijd heen tot halverwege 1995, zijn er diverse landelijke contacten opgebouwd door Gerard Blankespoor.

Hierdoor, inclusief de doorverwijzingen van het Ministerie van Justitie, loopt De Schakel al vrij snel vol naar haar maximale capaciteit van 130 mensen.

Op 3 mei 1995, een dag voor hun 24-jarige huwelijk, besluit de toenmalige echtgenote van Gerard Blankespoor, Jane Oostrom, om er vandoor te gaan met een bij De Schakel opgenomen verslaafde, genaamd Rob Engels.

Achteraf bleek dat Jane Oostrom (zie bij valse aangiften) al enkele maanden een (sexuele) relatie had met deze man, die op het punt stond om in de openbaarheid te komen.

Gerard Blankespoor heeft zich hierdoor enige tijd terug getrokken uit de actieve bemoeienis met De Rots en De Schakel en werd het geheel in die periode aangestuurd door bekwame stafleden.

Jane Oostrom vond het inmiddels ook nodig om de krant in te schakelen over haar weggaan.

Halverwege 1995 publiceerde die krant dan ook een bericht, waarin door Jane Oostrom werd verteld, dat Gerard Blankespoor haar had bedreigd en dat hij ook een sexuele relatie heeft gehad met Ingrid Dijkkamp, de echtgenote van de voormalige boekhouder van De Schakel (zie bij valse aangiften).

Deze berichtgeving leidde tot veel commotie, met name bij de ING-bank, die Gerard Blankespoor daarop dwong om zijn voorzittersschap van De Schakel neer te leggen.

Aldus geschiedde.

Inmiddels had Gerard Blankespoor een particuliere investeerder bereid gevonden, de hypotheek van De Schakel bij de ING-bank, ter waarde van 2,2 miljoen, over te nemen.

Tegen het einde van 1995 werd de deal beklonken en kon er weer in alle rust verder worden gewerkt aan de opbouw en versterking van De Rots en De Schakel.

In 1996 behaalt Gerard Blankespoor aan de Vrije Universiteit zijn propeadeuse diploma in de Algemene Godgeleerdheid en gaat hij aan de 2e fase beginnen om in 2000 zijn diploma voor het 1e deel van zijn afsluitende programma te verkrijgen.

Daarvoor was Gerard al begonnen met het 2e en laatste deel van dit afsluitende programma te volgen, het zogenaamde specialistische deel.

In Gerard’s geval de specialisatie in de Praktische Theologie onder begeleiding van Prof. Dr. Gerben Heitink.

Gerard hoefde in 2000 alleen nog maar zijn scriptie te schrijven, om de titel van Doctorandus te kunnen verkrijgen.

Vanwege de grote vraag vanuit de Nederlandse Antillen naar goede opvang en begeleiding van drugs- en alcoholverslaafden, is Gerard Blankespoor in 1996 afgereisd naar Curaçao en Sint Maarten, om aldaar met diverse bewindslieden hierover te spreken.

De afspraken voor deze bezoeken werden gemaakt door de directeur van het Antillenhuis in Den Haag, welke als een soort ambassade voor de Nederlandse Antillen functioneert.

Twee bestuurders van De Schakel met een afvaardiging van Curaçao

Ook werd door Gerard Blankespoor op de orientatiereis naar Sint Maarten en Curaçao, Bonaire aangedaan, om uiteindelijk te besluiten om op het eiland Curaçao een permanent kantoor voor De Schakel te openen, gefinancieerd door De Schakel. Dit kantoor moest voor een goede transfer van verslaafden van Curaçao naar Nederland zorg gaan dragen.

Om voor een verantwoord en veilig vervoer van alle gasten van De Schakel te kunnen zorgen, worden er in 1997 dan ook een aantal busjes geleased.

Dit was ook nodig, vanwege een sterke groei van de externe werkervaringsprojecten van De Schakel.

Naast zijn universitaire studie, leidde Gerard De Schakel en De Rots zodanig, dat er opnieuw behoefte kwam aan uitbreiding, nu naar 350 bedden.

In overleg met de particuliere investeerder, werd er op het nog niet bebouwde gedeelte van het terrein van De Schakel grondonderzoek gedaan, daarna tekeningen gemaakt en ingediend bij de gemeente Apeldoorn voor de nieuwbouw van tientallen nieuwe woonruimten.

Op een reis naar de USA in april 1997, ontmoet Gerard Blankespoor de grote liefde van zijn leven, Caroline Blaas.

Zij besluiten dan ook, om op 3 september van dat jaar in het huwelijksbootje te stappen en worden als echtpaar ingezegend in de evangeliegemeente De Rots door de Antilliaanse predikant Carlos van Langeveld. Laatst genoemde was tevens in dienst van De Schakel als tweede man naast Gerard.

Een geweldige dag voor Gerard en Caroline, die werd afgesloten met een Surinaamse maaltijd voor iedereen, onder de gezellige klanken van het Antilliaanse Trio Tamicos.

De volgende dag reisde het kersverse echtpaar moe maar wel voldaan naar Jamaica voor een welverdiende 14-daagse huwelijksreis.

Links en rechts: Gerard en Caroline Blankespoor

Ook in 1997 komen er op uitnodiging van De Schakel afgevaardigden van de Tweede Kamer fracties een bezoek brengen aan De Schakel.

Deze afgevaardigden zijn zeer onder de indruk van dit zonder subsidie van de overheid draaiende verslavingsinstituut.

In 1997 wordt ook de eerste verslavingsarts van De Schakel aangesteld, tesamen met twee gediplomeerde verpleegkundigen.

In de loop van 1998 komt er een tweede verslavingsarts bij en is de Medische dienst van De Schakel op sterkte.

Ook wordt er in die tijd een psycholoog ingehuurd, om tot een nog betere ondersteuning te komen in het begeleiden van bepaalde problematieken, waarmee sommige verslaafden worstelden.

In 1998 wordt de eerste tegenwerking van de gemeente Apeldoorn zichtbaar, in het tot 3 maanden later overmaken van de uitkeringen van de opgenomen gasten van De Schakel.

Dit leidt dan ook tot een financiële krapte, die met handen en voeten moet worden opgelost, onder andere door het generen van meer giften (zie de verklaring van De Keursteen bij Valse Aangiften onder Justitie ).

Achteraf zou blijken, dat de aangiften van Jan Pieter Overduin en zijn zoon Martijn Overduin van vermeend sexueel misbruik door Gerard Blankespoor, de oorzaak zijn geweest van deze tegenwerking van de gemeente Apeldoorn, dit gekoppeld aan de uitbreidingsplannen van De Schakel naar 350 bedden.

In maart 1999 vindt er een bespreking plaats op het kantoor van Prof. Dr. Gerben Heitink van de Vrije Universiteit met Gerard Blankespoor en Simon Wezeman, voorzitter van De Schakel, voor het opzetten van een interdisciplinair wetenschappelijk onderzoek naar de verslavingszorg, zoals door De Schakel geboden wordt.

Het zal een twee-jarig onderzoek worden met facilitering via de Faculteit van Godgeleerdheid van de Vrije Universiteit.

De deskundigheid die geboden zal worden, bestaat uit de Praktische Theologie (Prof. Dr. Gerben Heitink), Godsdienstsociolgie (Dr. H.C. Stoffels) en Godsdienstpsychologie (Dr. H.A. Alma), alsmede een deskundige op het gebied van de verslavingszorg, geleverd door de Faculteit der Geneeskunde van de Vrije universiteit.

Geraamde totale kosten voor 2 jaar onderzoek bedraagt 204.465,– gulden.

Door de inspirerende inzet en hard werken van Gerard Blankespoor en zijn naaste medewerkers, heeft stichting De Schakel zich ontwikkeld tot het grootste particuliere opvangcentrum voor verslaafden in Nederland.

Tevens staat er een organisatie met zichtbare en meetbare slagingsresultaten, een in en door de praktijk ontwikkelde en theoretisch onderbouwde hermeneutisch nouthetische behandelmethode, die in 2000 wetenschappelijk getoetst zou gaan worden.

Echter, dan wordt op 18 mei 1999 zichtbaar waar Jan Pieter Overduin al jaren op gebroed heeft, wraak te nemen op Gerard Blankespoor.

In de ziekelijke geest van vader Jan Pieter Overduin en zijn zoon Martijn Overduin, ontstaat de gedachte aan de ultieme wraakoefening op Gerard Blankespoor, namelijk het doen van valse aangiften tegen de laatste, vanwege jarenlang vermeend sexueel misbruik door Gerard Blankespoor van de labiele Martijn Overduin (zie bij valse aangiften).

Jan Pieter Overduin denkt hiermee zowel Gerard Blankespoor kapot te maken, als diens levenswerk De Schakel.

Dit laatste is hem gelukt, vanwege alle publiciteit hierover in de kranten, op TV in Nederland en de Nederlandse Antillen, alsmede ook in de USA (zie bij media en bewijsstukken). 

Stichting De Hoop uit Dordrecht neemt het terrein en de activiteiten van De Schakel dan over onder de naam stichting Horeb. Directeur Teun Stortebeker van de Hoop  heeft dan ook eindelijk zijn zin, de Schakel is niet langer het grootste particuliere opvangcentrum van Nederland. Hij heeft de Schakel niet voortgezet, maar gewoon failliet laten gaan. Ook vond hij het nodig om in die dagen nog eens te onderstrepen hoe zedeloos Gerard Blankespoor wel niet was; hij kende nog vele anderen die door Gerard zouden zijn misbruikt.

Uiteraard is dit een leugen die met name voortkomt uit de afgunst en rancune naar Gerard Blankespoor, blijkbaar, helaas een heel normaal verschijnsel bij vele christelijke leiders in Nederland. Dit wordt mede onderstreept door een pagina grote publicatie in het Reformatorisch Dagblad (vriendjes van de Hoop), waarin ze een oud staflid van De Schakel en inmiddels in dienst van Horeb, laten verklaren wat voor een verschrikkelijk leider Gerard Blankespoor is en hoe slecht De Schakel onder zijn leiding functioneerde. Deze publicatie vol leugens en halve waarheden had de Hoop/Horeb nodig om het verlangen van verslaafden naar een terugkeer van het regime van de Schakel, de kop in te drukken. Niet veel later werd deze medewerker alsnog ontslagen. Later heeft deze man zijn excuses aangeboden voor dit intervieuw welke door Gerard Blankespoor als een mes in de rug werd ervaren. Gerard Blankespoor heeft dit excuus overigens aanvaard. 

Gerard Blankespoor blijft echter overeind, ondanks alle vernederingen en aangedaan onrecht.

Niet dat er geen moeilijke momenten waren voor hem en zijn vrouw Caroline.

Dat zeker, met name tijdens de 103 dagen in voorarrest zitten in de Penitentiaire inrichting te Rotterdam, waar hem een gevangenisstraf van maximaal 12 jaar boven het hoofd hing.

Maar ook daarna, bij het opbouwen van een nieuw zinvol bestaan, na het wegvallen van De Schakel en evangeliegemeente De Rots, heeft Gerard Blankespoor enkele diepe emotionele momenten gekend, die iedere keer weer met de steun van zijn geloof in God en onvoorwaardelijke bijstand en ondersteuning van zijn grote liefde Caroline, die hem altijd trouw is gebleven, heeft overwonnen en zodoende een plaatsje heeft kunnen geven in zijn innerlijke verwerking van de diepste vernedering die een mens maar kan meemaken; beschuldigd te worden van zaken, die in het geheel niet hebben plaatsgevonden.

Er is en was helemaal geen rook, laat staan vuur!

Opvallend is, aldus Gerard Blankespoor, het feit dat christelijk Nederland heeft staan smullen van de valse aangiften en de teloorgang van de Schakel en de Rots en dat niemand van de leidinggevenden in Nederland contact heeft gezocht met hem, noch hem in de gevangenis heeft opgezocht; mensen waar hij toen in meer of mindere mate nauw mee heeft samengewerkt. 

Alleen trouwe stafleden van de Schakel hebben hem in de penitentiaire inrichting ter ondersteuning opgezocht. Niet verbitterd, maar wel teleurgesteld in het uitblijven in de praktijk van het dagelijkse christelijke leven van deze leiders van een van de meest fundamentele geestelijke principes van Christus zelf.

Het antwoord hierop moet dan ook gezocht worden, aldus Gerard Blankespoor, dat hij door hen niet langer gezien werd als een oprecht en praktiserend christen. Jammer, maar Eén heeft ook hierover het laatste woord!

Een ander fenomeen, waar Gerard Blankespoor met toenemende verbazing tegenaan is gelopen, is dat wanneer iemand niet langer een bepaalde positie inneemt, in Gerard’s geval een landelijk en internationaal bekende predikant en hulpverlener, je er feitelijk niet meer toe doet en sommige (christelijke) mensen, ook uit zijn directe omgeving, gaan zelfs zo ver dat hij helemaal niets zou hebben gepresteerd, in ieder geval niet iets van waarde voor de samenleving. Dit, ondanks het feit dat het levenswerk van Gerard Blankespoor niet door zijn schuld, maar door leugens en bedrog, casu quo valse aangiften, is vernietigd.

Gerard Blankespoor merkt hier dan ook terecht over op, dat dit soort individuen vaak laag zijn opgeleid, ongefundeerd hun mening ten toon spreiden en helemaal geen kennis c.q inzicht hebben in de geschiedenis van de mens in zijn algemeenheid en die van Gerard Blankespoor in het bijzonder. 

Dit soort mensen is dan ook in staat om iedereen die zijn hoofd boven het maaiveld uitsteekt, figuurlijk en soms letterlijk neer te maaien.

Een constatering waar Gerard Blankespoor verder niets mee kan, noch wil, daar dit soort mensen gewoon te dom zijn om maar ook tot enig inzicht c.q kennis van zaken te kunnen komen.

JAREN TWEEDUIZEND:

De vrijspraak in april 2000 is nog niet het einde van alle juridische gevolgen, zoals het verkrijgen van de schadevergoeding e.d. Tot ver in het jaar 2001 worden er allerlei juridische procedures gevoerd tot aan het Hooggerechtshof toe.

Ook wordt er een procedure gestart tegen de valse aangevers, maar ook dat eindigt met nul op het rekest; Het Hooggerechtshof in Den Haag doet de opmerkelijke uitspraak dat liegen mag. Volgens hen is het immers de waarheid van de valse aangevers die daar heilig in geloven

 

Op 1 augustus 2000 neemt Gerard de verklaring van de Vrije Universiteit in ontvangst voor het afronden van het eerste gedeelte van zijn studie. Voor de specialisatie, het tweede deel, heeft hij al wel alle colleges gevolgd, maar Gerard besluit om alle spanningen en emoties rond de valse aangiften eerst even te verwerken en de afstudeerscriptie voor het verkrijgen van zijn titel Doctorandus in de Godgeleerdheid, op de langere baan te schuiven.

Midden 2000 wordt door Gerard Blankespoor een holding opgericht genaamd Lazar International BV, met als werkmaatschappij  Lazar Sales Office BV, gespecialiseerd in het onderhoud van industriële gebouwen.Dit, in samenwerking met The Southwestern Petroleum Company (Swepco) uit Dallas, Texas USA, waar Gerard Blankespoor en diens personeelsleden ook hun theoretische en praktische training krijgen.Uiteindelijk rijden er vier bedrijfswagens rond in Nederland, Belgie en Duitsland en ontvangt Gerard diverse Amerikaanse Awards, waaronder twee Eagles voor “most orders”en “largest dollars increase”.

Boven links en rechts: Voor en na de opknapbeurt door Lazar Sales Office BV – Onder links: Drie van de bedrijfswagens van Lazar Sales Office BV – Onder rechts: Certificaat uitgereikt door SWEPCO in Fort Worth, Texas USA

In oktober 2007 besluiten Caroline en Gerard Blankespoor, om na vele jaren van hard werken in Nederland, te emigreren naar Bulgarije om daar een geheel nieuw bestaan op te bouwen.

Zo gaan zij eerst naar Razgrad, in het noordoosten van Bulgarije, om daar te gaan werken voor een Nederlandse Real Estate firma.

Daarna gaan zij werken voor een Nederlandse orthopedische schoenfabriek, ook in Razgrad gevestigd, om ten slotte in de hoofdstad Sofia te belanden.

Het is dan inmiddels juni 2011.

Skyline Sofia Bulgarije, gezien vanuit de woning van Gerard en Caroline 

JAREN TWEEDUIZENDTIEN:

In Sofia gaan zij in een prachtig vrijstaand huis wonen, met 7 kamers en 3 badkamers.

Met veel inzet en hard werken voor diverse bedrijven in Sofia, wordt in 2012 door Gerard en Caroline het bedrijf Dunamis International Ltd opgericht, gespecialiseerd in Real Estate, trading en tandartsreizen.

Jan Pieter Overduin heeft met zijn ziekelijke, jaloerse geest en handelingen, veel kapot gemaakt, maar niet de zegen voor Caroline en Gerard kunnen  breken, noch de waarheid omtrent zijn wandel en handel verborgen kunnen houden.

Op termijn zal ook het recht in deze zegevieren en de waarheid, en dus ook de leugens van Jan Pieter Overduin, geëtaleerd worden.

Ondanks dat Gerard Blankespoor inmiddels geniet van zijn AOW,  plus Nederlands en Bulgaars pensioen, blijft hij, evenals zijn vrouw Caroline, actief, om in praktische daden de boodschap van Gods liefde voor mens en dier uit te dragen.

Inmiddels is Gerard weer gaan schrijven over allerlei actuele onderwerpen, te vinden op deze site.

Vanaf 2007 tot eind 2017 hebben Gerard en Caroline intens gereflecteerd, gemediteerd en vooral ook historisch teruggekeken m.b.t. de waarde van de bijbel in zijn geheel, God en Christus in het bijzonder en de rol van mensen in hun ontwikkeling van hun al dan niet persoonlijke geloofsovertuigingen door de eeuwen heen.

Dat heeft o.a. in 2019 geleid tot de eerder genoemde opiniestukjes, te vinden op deze site, met als praktische consequentie de oprichting van stichting Vital Awareness, die zich bezig houdt met het geven van gratis counseling aan alle mensen, die hulp nodig hebben bij welke levensvraag dan ook.

Ook is Gerard Blankespoor me korte boodschappen te zien en te horen op YouTube onder de naam van Vital Awareness. 

Daarnaast ontvangt de non-profit stichting Vital Awareness vrijwillige donaties waarmee in Bulgarije weeskinderen ondersteund worden, het dierenwelzijn bevorderd wordt en studiebeursen verstrekt worden aan getalenteerde zigeunerkinderen. 

Verder ondersteunt de stichting Vital Awareness andere non-profit organisaties in Afrika, de Arabische wereld en de USA. 

Indien u meer wilt weten over de counseling opties van Gerard Blankespoor en de door hem en zijn vrouw geleide non-profit stichting Vital Awareness, bezoek dan onze website www.vital-awareness.com. 

We zijn dankbaar dat Gerard, ondersteund door zijn vrouw Caroline, zo een nieuwe basis heeft mogen leggen voor de uitoefening van zijn roeping. 

“PROFESSIONAL JEALOUSY CAN BRING DOWN A NATION

 THE ONLY REQUIREMENT IS TO DELIVER ON TIME

Van Morrison