HET (POST) MODERNE TIJDPERK
In zijn algemeenheid kan gesteld worden, dat voor de opkomst van het populisme in zijn huidige extreme vormen, het landschap van de christelijke kerk er redelijk overzichtelijk bij lag.
Van orthodoxe tot traditionele, van evangelische tot fundamentalistische kerken en de daarbij behorende gelovigen, er was een zekere standaard binnen de betreffende groeperingen die min of meer vastlag, al dan niet vervat in concrete geloofsbelijdenissen op papier.
Uiteraard kon ook toen al gesteld worden, dat vele van deze geloofsbelijdenissen en uitingen, de toets van de fundamentele kritiek niet kon doorstaan.
Immers, ook in die periode, beginnende vanaf de jaren ’50, kan men zich afvragen hoeveel van de woorden en daden van Christus zelf feitelijk zijn terug te vinden in de woorden en daden van die gelovigen en de verwoordingen in die geloofsbelijdenissen.
Daarover in een volgend hoofdstuk meer.
De groep gelovigen waar Gerard Blankespoor in terecht kwam, waren de zogenaamde “vrije groepen”, zoals de Pinkster- en Volle Evangelie bewegingen, als ook de zich meer evangelisch noemende kerken en groeperingen.
Gepakt door het verhaal van Christus zelf, heeft Gerard Blankespoor in 1976 besloten om zich voortaan te laten leiden en inspireren door die boodschap en van daaruit ook concreet in het hier en nu gestalte daar aan te geven.
Hij wordt gaande die weg dermate geraakt door de liefde van Christus, die hem hoop en geloof/vertrouwen gaf in het heden en voor de toekomst voor hem zelf en alle mensen, dat hij in 1982 zijn carrière bij de Gemeentepolitie Den Haag opgaf om zich volledig te wijden aan deze nieuwe roeping.
Gezegd moet wel worden, dat Gerard al voor die tijd in conflict kwam met de leidinggevenden van de kerk, die hij toen bezocht.
Hij had namelijk een aan alcohol verslaafde Surinaamse jongen opgevangen in zijn woning, om hem van daar uit te helpen om van zijn verslaving af te komen.
Dit was tegen het beleid, morele waarden en normen en de ideeën die men in die kerk had en Gerard werd dan ook gesommeerd om hier een einde aan te maken.
Het zou immers zijn kinderen en zijn toenmalige vrouw in gevaar brengen.
Gerard heeft toen en vanwege nog andere kerkelijke geschillen, besloten de weg van zijn hart te gaan, om zoveel mogelijk in de voetstappen van Jezus te treden.
Uiteraard werd hem dit niet in dank afgenomen, daar ingaan tegen de leiding van de kerk niet alleen maar een verkeerd voorbeeld voor medegelovigen gaf. Dat ook, maar het werd en wordt met name gezien als ongehoorzaamheid aan het gezag van de leidinggevende(n).
Dit stond en staat gelijk aan ongehoorzaamheid aan God, in hun opvattingen.
Het heersende idealisme en streven naar rechtvaardigheid uit de zestiger en zeventiger jaren heeft zeker ook zijn invloed gehad op het denken en handelen van Gerard.
Maar het was vooral het grote voorbeeld van Jezus zelf, dat hem aansprak om het sociaal goede te doen.
Dat wil zeggen, niet alleen opkomen voor, maar ook daadwerkelijk hulp geven aan alle mensen die niet zelf in staat zijn zich voort te helpen.
Dat resulteerde o.a. in het opnemen van drugsverslaafden in zijn woning in Apeldoorn, hen te eten geven en ondersteunen op allerlei manieren, inclusief pleiten voor hen in diverse strafzaken tegen de verslaafden.
Uit deze privé opvang is door de stijgende behoefte daaraan, het Sheba-project opgericht, dat later uitmondde in Stichting De Schakel.
Dit alles zonder subsidie, ondersteund door meedenkende mensen, werd De Schakel het grootste particuliere opvangcentrum in Nederland, waar de liefde van Christus voor alle mensen in woord en daad zichtbaar werd gemaakt.
Mohammedanen, christenen, homo-sexuelen, lesbiënes iedereen was welkom en vond daar hulp, opvang e.d..
Het was ook in die periode dat er nog waardering was voor feiten, waarheden en wetenschappelijk onderbouwde uitgangspunten en zekerheden.
Feiten, wetenschappelijke benaderingen waren toen nog een deugd.
Leugens en bedrog werden over het algemeen rücksichtslos afgewezen.
Halve waarheden werden als zodanig ontmaskerd.
Mensen die zich met dergelijke praktijken bezig hielden, werden ook zo veel mogelijk gemeden.
Er was een zekere sociale dimensie, die algemeen aanvaard was in die tijd.
Hoewel het kapitalisme gezien werd als een goede zaak en het communisme werd neergezet als een zeer slecht systeem.
Men vergeet dan, dat het kapitalisme haaks staat op hetgeen Jezus voorstond.
Het kapitalisme staat in zijn algemeenheid voor “de een zijn dood, is de ander zijn brood”, waardoor de rijken rijker worden en de armen armer.
Jezus leert ons anders!, maar daarover later meer.
Het modernisme is in deze periode afgelost door het post-moderne tijdperk, welke op zijn beurt spoedig ingehaald zou worden door het post-truth tijdperk, gedragen door het opkomende (extreme) populisme.
Wat waar is, is waar, ook in de jaren van Sheba en De Schakel stonden individuele gelovigen en kerken op tegen de wijze waarop Gerard Blankespoor vorm en inhoud gaf aan zijn gelovig handelen.
Kerkgangers vonden het lastig en zelfs vervelend als zij geconfronteerd werden met half slapende verslaafden in de kerk.
Anderen vonden het niet in overeenstemming met de Bijbel, dat andersgeaarden, zoals homosexuelen, niet geholpen werden om van hun geaardheid af te komen.
Weer anderen liepen te hoop tegen het zogenaamde vrijblijvende karakter van de diensten, waar een islamiet gewoon mohammedaan kon zijn temidden van christenen.
Het paste allemaal niet in de beleving en geloofsovertuiging van menig christen en Gerard en zijn werk werd daar dan ook op beoordeeld en veroordeeld.
Toch merkwaardig, als je bovenstaande zaken in het licht van het evangelie van Christus houdt.
Voor de meeste christenen toen en nu is de Bijbel in zijn geheel het woord van God, inclusief alle teksten die hel en verdoemenis voor de mens uitstralen.
” Als we zo de woorden en daden van Jezus Christus zien, dan ontstaat er een meer dan krampachtige situatie. Het wordt dan zelfs een probleem, daar men wanhopig probeert om alle teksten uit de Bijbel, Oude en Nieuwe Testament, met elkaar te verbinden en te harmoniseren. Immers, men gelooft in de Bijbel van kaft tot kaft. Er staan geen fouten of overbodig geworden zaken in “
Of dit nu het Oude Testament of het Nieuwe Testament in zijn geheel is; alles is direct van God afkomstig en rechtstreeks door Hem geïnspireerd.
De woorden en daden van Jezus Christus, zoals m.n. opgetekend in de vier Evangeliën, moeten dan ook gezien worden in verhouding tot de rest van de Schrift.
Als we zo de woorden en daden van Jezus Christus zien, dan ontstaat er een meer dan krampachtige situatie.
Het wordt dan zelfs een probleem, daar men wanhopig probeert om alle teksten uit de Bijbel, Oude en Nieuwe Testament, met elkaar te verbinden en te harmoniseren.
Immers, men gelooft in de Bijbel van kaft tot kaft.
Er staan geen fouten of overbodig geworden zaken in.
Zo ontstaan dan geloofsbelijdenissen in vrijwel alle denominaties, waar feitelijk aan het Oude Testament evenveel waarde wordt gehecht als aan alle teksten van het Nieuwe Testament.
De inhoud vanaf het boek Genesis tot aan de Openbaringen van Johannes en alles wat er tussen zit, wordt gebracht alsof dat het evangelie, de blijde boodschap, van Christus is.
Dan hebben bijvoorbeeld de apostelen dezelfde autoriteit als Jezus en worden de levens van Samuel en Jeremia, de grote voorbeelden voor chistenen.
Helaas is dan nog steeds het oude meer in zwang dan het nieuwe wat in Christus is gekomen.
Wat maakt de christen dan anders dan zij die Christus niet kennen en beleven?
Zijn wij, christenen, feitelijk niet ondergeschoffeld door een religieus Wetboek van Strafrecht en/of Strafvordering, met ge- en verboden en hoe te handelen/leven?
Hebben de geloofsbelijdenissen niet teveel macht over wat de christen al dan niet gelooft?
Hebben de kardinalen, bisschoppen, dominees, predikanten, voorgangers enz., feitelijk teveel macht naar zich toegetrokken over het wel en wee van de gelovigen?
Zijn wij, christenen, nog wel het zout der aarde?
Wat maakt ons zo stijf en star denkend en handelend, inclusief de sexualiteit?
Hoe kan het, dat zovelen de leugens, bedrog en halve waarheden van Trump en consorten voor lief nemen als Christus onze Meester is?