GENESIS
Op de wieg van Gerard stond met grote letters geschilderd “Hoera, we hebben een broertje!”
De hele familie dus blij, ook al merkte Gerard daar zelf op dat moment weinig tot niets van.
Naar mate hij groter werd, begon hij met volle teugen te genieten van het leven.
Dit uitte zich onder andere op de kleuterschool, waar hij zijn eerste vriendinnetje, Marianne, aan de haak sloeg.
Samen liepen zij van en naar school zonder al te veel aandacht voor elkaar te hebben.
Gerard had meer aandacht voor het spelen met zijn autootjes en wat later voor het “levensecht” cowboytje en indiaantje spelen in de grote middentuin van hun flat in de Maartensdijklaan in Den Haag.
De beroerselen van de wereld gingen in grote lijnen aan hem voorbij.
Het spelen met zijn vriendjes was vele malen belangrijker dan het landelijke en/of internationale nieuws, waar de volwassenen in zijn omgeving mee bezig waren.
” Naar mate hij groter werd, begon hij met volle teugen te genieten van het leven. Dit uitte zich onder andere op de kleuterschool, waar hij zijn eerste vriendinnetje, Marianne, aan de haak sloeg “
Als er op de woensdagmiddag een kinderprogramma op de televisie was, waren veel kinderen uit de buurt samengekomen in het huis, dat de enige TV van de flat had.
Uiteraard was Gerard daar vrijwel altijd bij.
Pas in de laatste klas van de lagere school, maar vooral op de middelbare school, krijgt Gerard stap voor stap door, dat er nog een wereld is buiten zijn eigen creaties van neergeschoten cowboys en indianen, of de werkelijkheid van de toenmalige striphelden zoals Archie, de Man van Staal, Spiderman enz..
Dat was ook de tijd dat de muziek een belangrijke invloed op hem begon te krijgen, met name de vaak romantische teksten van Cliff Richard werden uit volle borst thuis op zijn kamer meegezongen.
Dit grote ergenis van zijn oudere, zeer ernstig in het leven staande, oudere broer Henk.
Gerard had daar geen boodschap aan en negeerde dit soort pogingen om hem te corrigeren.
” Dat was ook de tijd dat de muziek een belangrijke invloed op hem begon te krijgen, met name de vaak romantische teksten van Cliff Richard werden uit volle borst thuis op zijn kamer meegezongen “
Alhoewel veel van zijn vrienden op de middelbare school regelmatig een stickie opstaken, is Gerard, wonder boven wonder, nooit verder gegaan dan het roken van sigaretten.
Wel stond hij open voor de flower power-beweging als het gaat om vrede in de wereld in zijn algemeenheid.
Echter, op die leeftijd vond hij wel dat de USA een rechtvaardige oorlog streed in Vietnam en hoopte hij dat Israel de oorlog in 1967 zou winnen.
Heel tegenstrijdig denken en spreken dus van hem, omtrent dit punt van oorlog en vrede.
Pas veel later komt hij er achter, dat er feitelijk geen rechtvaardige oorlog bestaat en in de kern van de zaak alleen maar verliezers kent.
Toch zocht Gerard toen al naar een antwoord op deze contradicties in zijn denken en gevoel.
Wellicht, dacht hij, zit het antwoord hierop in religie en besluit hij om een keer mee te gaan op een jeugdkamp van de kerk, waar zijn oudere broer lid van was.
Hier komt Gerard op 14-jarige leeftijd voor het eerst in contact met het geloof in Christus, laat zich dopen, om vervolgens af te haken op de vele geboden en verboden, die de kerk hanteert.
Dit was eigenlijk en feitelijk het begin van het doordenken van het christelijk geloof op zijn meritus, ook al besefte hij dit eigenlijk toen nog niet als zodanig.
” Wat hij toen wel degelijk besefte was, dat hij zijn vrijheid als mens niet kwijt wilde. Hij wilde zich niet voegen in een eng keurslijf, dat hem voorhield dat christenen eigenlijk niet op deze aarde horen “
Wat hij toen wel degelijk besefte was, dat hij zijn vrijheid als mens niet kwijt wilde.
Hij wilde zich niet voegen in een eng keurslijf, dat hem voorhield dat christenen eigenlijk niet op deze aarde horen.
De christenen moeten leven als vreemdelingen in hun land op aarde.
De feitelijke wereld is boosaardig, eng en zeer verdorven.
Trek je zo veel mogelijk terug in/op je kerkelijke eilandje, dan loop je de minste schade op.
De werelds levende mensen zijn vijanden van de ware gelovigen, de christenen op aarde.
Het besef van een schijnwereld ten opzichte van de werkelijkheid begon hier te ontkiemen in het denken en handelen van Gerard.
Hij had daar niet veel tot helemaal niets mee en besloot om te breken met die kerkgemeenschap van zijn broer.
Pas later, in zijn twintiger jaren zou hij gaan beseffen dat de kerk iets geheel anders is, dan Christus zelf.
Dit, ondanks dat de Jezus-beweging uit de jaren zestig het op een geheel ander wijze probeerde te doen.
De samenkomsten van deze beweging, vonden plaats onder de noemer “Kom in de tent, daar speelt Jezus met zijn band”.
Ook al was de daar gehoorde christelijke muziek beter om aan te horen, ook deze manier van samenkomsten lag Gerard niet.
De ge- en verboden, de kerkelijke dogma’s bleven in stand.
Inmiddels werkte hij al in het bedrijf van zijn ouders en behaalde zijn diploma middenstand en het kruideniers vakdiploma, om later in staat te kunnen zijn om het bedrijf van zijn ouders over te nemen.
Echter, deze door Gerard geplande overname zou er nooit komen, daar de zaken eind jaren zestig behoorlijk slecht gingen.
Bovendien was hij inmiddels getrouwd en had ook nog een baby te onderhouden.
Via het ministerie van Defensie, waar hij een jaar heeft gewerkt, dat wil zeggen veel geschaakt heeft met een collega, wordt hij uiteindelijk toegelaten tot de polite opleiding in Den Haag.
Hier, tijdens zijn opleiding voor politieman, gaan de reeds geplante zaadjes van het serieus doordenken van bepaalde zaken, zich verder ontkiemen.
De zoektocht naar waarheid, echte vrede, liefde en geluk begint in Gerard meer en meer vorm en inhoud te krijgen.
De speurtocht van deze zoekende mens is nog niet ten einde, maar blijkt nu pas echt te gaan beginnen.