GERARD’S CREDO

 
 

In weerwil van alle fundamentalistische dogma’s, geboden en verboden, heeft Gerard Blankespoor vanaf 1976 tot op heden een eigen inhoudelijk credo ontwikkeld.

Gevormd door zijn dagelijks leven als politieman en alles wat hij daardoor op straat tegenkwam, alsmede door zijn theologische doordenking van wat geloven in de praxis van alle dag dient te betekenen, heeft hij een, waar nodig, non-conformistische en waar noodzakelijk, zelfs een defiant gedachtengoed en geloofsovertuiging ontwikkeld.

Met name door de praktische consequenties, van dit geloven waar Gerard Blankespoor voor staat, komt hij regelmatig in conflict met fundamentalistisch ingestelde instanties in Nederland en individuele gelovigen met dezelfde benauwde opvattingen.

Immers, geen mooie, vrome woorden, maar daden maken het verschil zichtbaar voor alle mensen, wie een christen is, of niet!

Het fundament van Gerard’s credo, is God’s onvoorwaardelijke liefde voor ALLE mensen, zichtbaar voorgeleefd door de daden en woorden van Jezus Christus zelf.

Voor Gerard is er dan ook geen verschil tussen een hetero- of een homosexueel, een mohamedaan of een boedhist, man of vrouw, blank of zwart, crimineel of brave burger enz. (in De Schakel konden de islamieten op hun wijze bidden in een aparte ruimte); allen zijn een schepping Gods.

Ieder mens is, op zijn/haar niveau, een antwoordelijk wezen, die zelf verantwoordelijk is voor zijn/haar leven. Hij/zij moet dan ook met de consequenties daarvan omgaan en het leven waar nodig en mogelijk weer op de rails zetten.

Indien mensen hierbij hulp nodig hebben, dan hebben christenen een roeping, om daarbij naar vermogen te helpen, in woord en daad.

Het gaat er dan niet om, wie die persoon is, wat hij gelooft of niet, wat hij heeft gedaan of niet, afgeschreven door de maatschappij en/of geloofsgroepering of niet.

God’s liefde is er onvoorwaardelijk voor iedereen.

Vooroordelen, veroordelingen, stigmatiseren, etiketteren en in het ergste geval opgeven als zondaar, die niet meer te redden zou zijn, staat haaks op de woorden en daden van Jezus zelf.

Als we zijn volgelingen zijn, dan is het oude voorbij en het nieuwe gekomen.

Dan is er geen ruimte voor onzinnige dogma’s, die homosexuelen in een verdomhoekje zetten.

Dan is er geen denken meer, die het verbiedt om te hertrouwen op basis van diezelfde dogma’s.

Dan is er geen veroordeling voor andersdenkenden, op basis van fundamentalistisch geformuleerde “waarheid”.

Met andere woorden, dan is er ruimte en vrijheid en acceptatie van en voor iedereen, ongeacht….

Dan wordt de Bijbel niet een dodelijk wetboek van strafrecht, maar een nieuwe richtlijn voor het leven, geïnspireerd en voorgeleefd door Jezus Christus.

Dan is alleen dat, wat het leven op aarde negatief aantast, zoals moord en doodslag op mens en dier en het uitbuiten van de aarde zelf voor eigen gewin, iets waar een christen de morele plicht heeft, om dit tegen te gaan.

Vele Oud-Testamentische dogma’s en kerkelijke leerstukken van heel veel groeperingen kunnen dan de vuilnisbak in; immers, Christus leert ons anders.

Hij leert ons Zijn Geest ruimte te geven in ons innerlijk, om afgunst, naijver, jaloezie en haat in onszelf met wortel en tak uit te roeien.

Alleen zo kunnen we ten dienste van elkaar leven op allerlei manieren en op alle niveau’s van het menselijk bestaan.

We kunnen en hoeven dat niet op eigen kracht te doen.

Dat is onmogelijk!

Het geloof in Christus komt hier dan ook om de hoek kijken.

Door een persoonlijke keus voor Hem te maken, krijgt Zijn Geest in onszelf de ruimte, om samen met Hem ons leven zo in te richten, dat de liefde van Jezus Christus zichtbaar in ons en naar andere mensen wordt.

Door Jezus Christus geeft God ons de ruimte om, als antwoordelijke wezens aan God en aan elkaar, verantwoording te nemen en te dragen voor Zijn schepping, inclusief medemensen en andere bewoners van deze aarde.

Het christendom maakt hiermee weer het verschil met andere religies.

Niet dat christenen beter zijn dan zij, maar omdat we anders zijn geworden door Christus.

Mensen krijgen dan ook de ruimte, die God voor hen bedoeld heeft.

Men kan weer volop genieten van elkaar, van menselijke liefde en de daarbij behorende sexualiteit, zonder te vervallen in een neurotische sexbeleving, opgelegd door mensen, die denken God in hun achterzak te hebben zitten.

God dringt zich echter niet op aan wie dan ook.

Hij heeft ons de speelruimte gegeven, om al dan niet te antwoorden op Zijn roepstem, om al dan niet, meer of minder, verantwoordelijk te zijn voor onszelf en anderen.

Hij neemt ons zoals we zijn.

Hij oordeelt uiteindelijk over ieder mens, zonder te veroordelen.

Wij, als mens, kunnen ons leven op aarde inrichten, zoals wij dat willen, door de ruimte, die Hij ons gegeven heeft.

Zo ontstaat er een Gods-, mens- en wereldbeeld, waar de mens echt vrij kan zijn, inclusief van de kerkelijke dogma’s, geboden en verboden die de kerk  en haar leiders misbruiken om de mens alsnog opnieuw te knechten en zo onder de controle van die machthebbers te brengen.

Geloof in Hem betekent vrij worden in jezelf en gaan leven voor een hoger doel, niet langer meer gemanipuleerd worden door overheden en (kerkelijke)machten.

Hoop op Hem, want er is leven na de dood, de nieuwe hemel en aarde komen er aan.

Liefde van en door Hem, is ervaren en uitdragen in het heden van hier en nu, dat er altijd perspectief is voor iedereen.

Het Hooglied van de Liefde, in 1 Corinthe 13, is een prachtige omschrijving van de woorden en daden van Jezus Christus, ons voorbeeld om na te volgen.

De pedagogisch-agogische methode, op hermeneutisch-nouthetische basis, door Gerard Blankespoor ontwikkeld door de theologische doordenking vanaf 1987 en verder door de jaren heen geëvolueerd en verfijnd met de wetenschappelijke inzichten opgedaan bij zijn studie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam en toegepast in De Schakel, wordt in grote lijnen door het hier boven beschreven credo, gevormd en gedragen.